zaterdag 25 december 2010

En de beste wensen...

Krekwekdogt wenst alle lezers een gezellig kerstfeest en een fantastisch en gezond 2011 toe.





Kerstuitzicht (in kleur!) vanuit Huize Krekwekdogt

Reacties via onderstaande servicebalk of e-mailen naar krekwekdogt@hotmail.nl

zondag 19 december 2010

Erven Lucas Bols

Laat ik nou - in Mulisch' epos De ontdekking van de hemel nota bene, waarin de hoofdrolspelers overigens alleen maar koffie, thee, wijn en bier tot zich nemen - een brief uit 2003 terugvinden waarachter indertijd een groot, persoonlijk drama is schuilgegaan, een drama dat mijn vertrouwen in de mensheid danig op de proef heeft gesteld. Na wat aarzeling heb ik besloten de lezer hiervan deelgenoot te maken. Het leven heeft nu eenmaal ook zijn duistere momenten waarvoor wij niet weg moeten willen lopen. Lees, huiver en wees op uw hoede bij uw bezoek aan de slijterij.


Aan:
Erven Lucas Bols
Amsterdam

Tilburg, 15 oktober 2003

Gechte heer, mevrouw,

Ongetwijfeld mag uw mooie bedrijf met zijn kostelijke producten zich koesteren in het bezit van een grote schare zeer tevreden medewerkers. Ik ken ze niet, maar neem voetstoots aan dat zij toegewijd en vrolijk hun werk doen. Van één hunner is mij niettemin bekend dat hij of zij ergens in de lentemaanden opvallend opgeruimd en zonnig de werkzaamheden heeft verricht. Zie hier mijn relaas.

Als dankbaar afnemer van uw jenevers en corenwynen is mij er veel aan gelegen de voorraad op peil te houden om te voorkomen dat ik op een hoogst onzalig moment met minder genoegen moet nemen. Daarom vul ik op gezette tijden mijn voorraad aan, waarbij ik – opgevoed als ik ben in de oer-Hollandse cultuur van calvinistische kruideniers – aanbiedingen niet uit de weg ga. Zo kwam ik in juni 2003 terecht in een slijterij in Tilburg Noord, om even later in het gelukkige bezit van drie liters jonge jenever weer te vertrekken.
Afgelopen weekend was de tweede fles aan de beurt. Pas de tweede, haast ik me eraan toe te voegen. Dat heeft, naar u zult begrijpen, alles te maken met de exceptionele zomer die me tijdelijk heeft doen uitwijken naar andere gerenommeerde spelers op de markt der alcoholica, onder wie de heren Heineken, Brand en Grolsch, benevens uiteraard onze lokale trappisten.

Het openen van een nieuwe fles heeft iets feestelijks. Men hoort de korte knak van het aluminium (of wat het ook zijn moge dat u in uw oneindige wijsheid eromheen heeft geschroefd) dan wel het zoete zuchten van de kurk en weet dat hemelse momenten in aantocht zijn. Behalve dan in dit geval. Na de korte knak bleek uw fles, tot mijn intense ontsteltenis en teleurstelling, aqua stillata in de meest pure vorm te bevatten. Leidingwater dus. Op de kwaliteit ervan viel overigens niets af te dingen. Op de prijs des te meer. Helaas ben ik niet meer in het bezit van de aankoopbon. Deze heb ik namelijk bij thuiskomst meteen weggegooid omdat ik als vaste doch prudente gebruiker van uw jenevers en corenwynen altijd vol vertrouwen de toekomst tegemoet heb gezien. En bovendien: hoe in zo’n curieus geval te handelen? Met een fles water verhaal halen bij de slijter in Tilburg Noord? Ik geef het u te doen!
De fles in kwestie – door een uwer medewerkers op het etiket overigens voorzien van het nummer L0056031452 – staat nog altijd in de kast. Indien u zich daartoe geroepen voelt, kunt u haar komen bezichtigen. Wellicht vindt u dan ook nog wat tijd om vervolgens samen met mij te genieten van een vorstelijk gekoelde borrel uit de inmiddels met een droge knak geopende derde en laatste fles. Haast is geboden!

Ik vond dat ik als doorgaans tevreden gebruiker u dit persoonlijke drama niet mocht onthouden. Mag ik u verzoeken mij te informeren over de uitkomsten van het interne onderzoek, dat u nu ongetwijfeld met gezwinde spoed in zult stellen? En wat uw medewerker betreft: dat het hem of haar heeft mogen bekomen!

Met vriendelijke groet,

Krekwekdogt
Tilburg


Enige tijd later later mocht ik een fraaie kist met enkele flessen jonge klare ontvangen. Vergezeld van de grootst mogelijke verontschuldigingen. Da’s toch weer klasse van de Erven Lucas Bols.

Reacties via onderstaande servicebalk of e-mailen naar krekwekdogt@hotmail.nl

woensdag 15 december 2010

Dammen in Tilburg

Even vooraf: dit artikel heeft vijfentwintig jaar geleden - want het komt uit de oude doos, maar is nog prima te verteren - nogal wat stof doen opwaaien, zij het gelukkig alleen maar in Tilburg en omgeving. Een paar dagen na verschijning van het bewuste nummer van DB Magazine moest ik aantreden als speler van Excelsior voor het jaarlijkse VOS-toernooi van DAVO. Aan dit toernooi namen elk jaar de sterkste verenigingen uit Brabant deel, waaronder derhalve ook TDV. Meteen na binnenkomst werd ik besprongen door enkele doorgedraaide TDV'ers . Met name de voorzitter bleek een uiterst opgewonden heerschap dat meteen een claim van vele tienduizenden guldens op tafel legde. Mijn artikel was namelijk, beweerde hij bij hoog en bij laag en op zéér luide toon, aanleiding geweest voor een potentiële sponsor om een in het vooruitzicht gesteld lucratief contract in te trekken. Pas toen het hele team van Excelsior dreigde op te stappen, bonden de ziedende TDV'ers in. Bijna een kwart eeuw later het artikel nog eens herlezen hebbend, kan ik me de commotie hierover eigenlijk nauwelijks meer voorstellen. Er staat geen gelogen woord in.

TILBURG, juli 1985 - Toen ik een jaar of twintig geleden bij het Vughtse VDC met dammen begon, bleek me uit de daar gevoerde gesprekken (want de wekelijkse clubavond beperkte zich goeddeels tot praten, pimpelen en 'tien van de rooie' op een ijskoud biljart met een Aubisque-achtig hellingspercentage) dat ik voor écht dammen in de Randstad moest zijn. De toenmalige ereklasse bestond immers voor het grootst gedeelte uit westelijke verenigingen als GS, Joseph Blankenaar, IJmuiden, Constant en RDG. Toegegeven: ook clubs als Twente's Eerste, Huizum, Huissen en Excelsior mochten in dat walhalla zo nu en dan hun opwachting maken, maar zij werden uitsluitend temidden der groten getolereerd, omdat dat van de KNDB nu eenmaal moest.

In het Brabantse damleven ging het er inderdaad nog godsonmogelijk amateuristisch aan toe. In Den Bosch zetelde Excelsior en in Heusden A. de Graag, maar voor het overige, zo vertrouwden de Vughtenaren me toe, sloeg het allemaal als een tang op een varken. De dammerij in Tilburg niet uitgezonderd. De stad was weliswaar drie verenigingen rijk - DAVO, TDV en Tilburg '50 - maar die clubs rotzooiden maar wat aan. Een ontmoeting tussen Excelsior en zijn Tilburgse broeders leverde in die dagen nog vlotweg een 20-0 voor de Bosschenaren op, daar was met geen paternoster tegenaan te bidden. Het weerhield de Tilburgers er overigens niet van om na afloop van zo'n desastreuze wedstrijd welgemutst een berichtje naar de krant door te bellen, waarin gewaagd werd van kielekiele en een tegenstander die door het oog van de naald was gekropen. We konden daar bij VDC, tussen twee caramboles door, hartelijk om lachen.

Unicum
Vanaf het begin van de jaren zeventig verloor de Randstad langzaam maar zeker terrein. De provinciale universiteitssteden begonnen aan hun opmars. Groningen had enige tijd het heft in handen, Nijmegen (Lent) volgde. Had het Eindhovense Philips DC oorspronkelijk de grootste moeite om in de nationale Eerste Klasse het hoofd boven water te houden, de laatste jaren maakt het team jacht op promotie en als de schijn niet bedriegt zal men daar binnen afzienbare tijd in slagen ook.
En nu dus Tilburg, "schônste stad van ut láánd" volgens de autochtonen en een verzameling rampspoed volgens vrijwel ieder ander, voor eens en voorgoed vergiftigd door 'Kees de Sloper', alias burgemeester Becht met zijn megalomane hersenspinsels. Een stad zonder ziel, zonder cultuur, maar intussen wel met een paar ijzersterke damverenigingen: Info Engineering en TDV. Info Engineering hoefde in de hoofdklasse alleen in Huissen haar meerdere te erkennen, terwijl TDV met vlag en wimpel naar de hoogste divisie promoveerde. Twee Tilburgse verenigingen in de hoofdklasse: een unicum. De tijd dat in Tilburg pinten meer in aanzien stonden dan punten en dat als gevolg daarvan het tankvermogen heel wat beter ontwikkeld was dan het denkvermogen, lijkt definitief voorbij.

Poëtisch
De basis voor het succes werd zo'n tien jaar geleden gelegd. Er ging niets minder dan een schok door de damwereld, toen bekend werd dat DAVO als eerste damvereniging spelers 'kocht' en daarmee aantoonde dat ook in de dammerij zoiets als een transfermarkt kon worden gecreëerd. Het betrof Harm Wiersma en Ton van de Meerendonk, dankzij wier aanwezigheid DAVO zich fluitend naar de hoofdklasse wist te spelen. Een uitgebalanceerd team was het echter nog lang niet, omdat met name de staartborden vrij zwak bezet waren. Toen bovendien Wiersma elders een contract sloot en Van de Meerendonk het dammen niet meer zag zitten, vreesde men in Café Hoogardie aan de Gasthuisring dat DAVO de heen-en-weer-symptomen van Volendam zou ontwikkelen: te sterk voor de Eerste Klasse en onvoldoende geëquipeerd voor de Hoofdklasse. De komst van jong talent (De Hoon, Meijer, Haagh) en in '84 van wederom Wiersma heeft Info Engineering echter definitief op het hoogste niveau gebracht. Het is een team geworden waarin vechtlust en fanatisme gepaard gaan met gemoedelijkheid en nog altijd veel dorst, waarin spelers als Brouwers, Schippers en Van de Acker in staat zijn om ongeacht welke coryfee dan ook alle hoeken van het dambord te laten zien en waarin het spel toch nog altijd zwaarder weegt dan de knikkers: in geen enkel clubblad worden eigen nederlagen zo poëtisch bezongen als in dat van Info Engineering.

"We betalen niet"
Fons van Erve, zo'n beetje de architect van het huidige succes van Info Engineering: "We gaan in het nieuwe seizoen op de oude voet verder. Ten opzichte van vorig jaar zijn we iets sterker geworden, omdat Sally de Jong bij ons is komen dammen. Hij woont momenteel in België en dan is de keuze voor ons natuurlijk vrij logisch." Op mijn vraag of de penningmeester hiervoor zijn portefeuille heeft moeten trekken: "Hij wordt niet betaald. Echt niet. Wat dat betreft hebben we er genoeg kunnen krijgen, ze stonden elkaar op de stoep te verdringen. Maar ja, ze wilden geld zien en we betalen nu eenmaal niet. Niemand gelooft het, maar het is toch werkelijk zo: we betalen niet."
Naast De Jong valt in het komende seizoen, aldus Van Erve, bovendien de rentree van Ton van de Meerendonk te noteren. Het verhaal wil dat Van de Meerendonk indertijd teleurgesteld het dambord de rug toekeerde, omdat hij er niet in slaagde volledig door te breken en zodoende de kans om met succes een carrière als profdammer te starten door zijn vingers voelde glippen. Met Sally de Jong en Van de Meerendonk - mits deze zijn niveau van '77 weet te bereiken - gaat Info Engineering sterker dan ooit de tegenstanders te lijf. Op jacht naar het kampioenschap? Van Erve: "Ik weet het niet. Het moet zo langzamerhand maar eens gaan gebeuren, vind ik, maar er spelen zoveel factoren een rol... Voor hetzelfde geld zijn we volgend jaar blij dat we ons hebben kunnen handhaven." Een kampioenschap zou de sponsor, een in 's-Hertogenbosch gevestigd computerbedrijf, in ieder geval niet onwelgevallig zijn.

Maleier
Op een steenworp afstand van de Gasthuisring ligt Boulevard, het café van Janus van Abeelen, waar TDV sinds mensenheugenis 'thuis' is. Boulevard is bovendien het établissement waar alle provinciale damactiviteiten worden afgewikkeld. Omdat Janus - een oprecht supporter van 'zijn' TDV - er geen been in ziet om in het ene zaaltje de deelnemers aan bijvoorbeeld het provinciaal kampioenschap neer te zetten en in een aanpalend zaaltje de intocht van Sinterklaas of een carnavalsgebeuren plaats te laten vinden, wil het een en ander zo nu en dan wel eens hectisch verlopen. Het heeft natuurlijk wel zijn charme als de Heilig Man gedurende één dampartij vijfmaal door telkens vers aangerukte kinderen wordt ingehaald, zeker wanneer die Heilig Man niet in een neut blijkt te spugen en op het laatst als een ware Maleier door het café scharrelt, maar het bevordert de correcte afwikkeling van een toch al half mislukte omsingeling slechts in geringe mate. Het zal wel een kwestie van wennen zijn.
Tussen DAVO en TDV heeft het nooit echt goed willen boteren. Toen DAVO in alle openheid de transfermarkt introduceerde, stonden de TDV'ers vooraan in het koor der misprijzers, maar op het moment waarop zij merkten dat op die manier sportieve successen konden worden afgedwongen, waren zij er als de kippen bij. En zo zag Janus in de loop der jaren tot zijn verbazing telkens nieuwe gezichten binnenwandelen. Het begon met Oscar en Hugo Verpoest, allebei nog steeds goed voor dikke scores. Uit Schijndel kwamen Alex en Hans Mathijsen over, die per wedstrijd samen eveneens minimaal twee punten binnenbrengen. En ten slotte besteeg Chris Korsten, kampioen van Brabant, een van Janus' barkrukken. Samen met Ad van Tilborg en Cor Kuijstermans vormden zij in het afgelopen seizoen de basis van een uiterst gedegen team, weliswaar zonder echte hemelbestormers, maar o zo safe. Het team wordt gecomplementeerd door jeugdspelers als Mathoera, Smolders en Van de Braak.
Het kon echter nog beter, vond het bestuur. Met de harde valuta van een garagebedrijf en met de opbrengsten uit de lotto- en totopot in de achterzak reisden de heren oostwaarts. De volgende dag meldde Het Nieuwsblad:

Tilburg - De kersverse Tilburgse dam-hoofdklasser TDV heeft zich voor het komende seizoen verzekerd van de steun van Sw. Nikhilananda, de bagwannaam waarachter bondscoach Jan de Ruijter schuil gaat. Nikhilananda treedt bij TDV op als trainer en speler. In die hoedanigheid heeft hij zijn sporen verdiend (...).

En nog vertrouwde het bestuur de zaak niet helemaal: de selectie werd bijeengeroepen en elke speler kreeg een contract voorgelegd waarin hij zich rechtens en plichtens voor een jaar aan TDV verbond. Er werd braaf en druk getekend, want als je zoiets niet gewend bent, is het uiteraard een hele belevenis. Eens in het leven moet men immers Campari gedronken hebben. Door het actieve bestuursbeleid is echter een onverwacht probleem gerezen: de TDV-selectie is te groot geworden en minstens één speler zal verwezen worden naar een lager vertegenwoordigend tiental. Daardoor zal volgens een insider de snel gerezen ster van Chris Korsten weer even rap naar beneden komen.

Contra-effect
Twee Tilburgse verenigingen in de hoofdklasse, het kon beroerder. Of ze zich half '86 nog allebei hoofdklasser mogen noemen, is vers twee. Wat dat betreft zie ik het somber in voor de jongens van Janus en rooskleurig voor de mannen van Hoogardie, maar mijn inzicht in het damspel is te beperkt om aan mijn oordeel veel waarde te hechten. Dat wisten ze me indertijd in Vught al te vertellen, waarna ze een nieuw rondje door lieten komen en aanlegden voor een driebander met contra-effect.
(Eerste publicatie: Dammagazine DB 112, juli 1985)

Reacties via onderstaande servicebalk of e-mailen naar krekwekdogt@hotmail.nl

Damanacryptogram

Een pittige puzzel, waarbij de omschrijvingen zowel cryptisch kunnen zijn als ook anagrammatisch. Allemaal hebben ze te maken met het damspel. Na juiste oplossing verschijnt in de O'tjes een specifieke slagzet.

Omschrijvingen

1. O, een jongen voor mij? (8)
2. Staat op niveau. (8)
3. Gefröbeld damklokje. (13)
4. Afscheidingsperikelen. (15)
5. Banale knar. (10)
6. Voor elke vent een rund. (9)
7. Vaders poten. (11)
8. Fauteuil achter de waterkering. (7)
9. Weer ik gevaarlijk? (9)
10. Foute boekhouder. (5)
11. O, bloemen voor de burcht. (10)
12. Zeegras zonder bijvoorbeeld huidsmeer. (7)
13. Vogel vol vuur. (8)
14. Jumper. (8)
15. Verkeerde munten. (8)
16. Klapletter. (7)
17. Dubbele barricade. (11)
18. Doneert bijna een handvol. (9)
19. Laatste potje. (13)

vrijdag 10 december 2010

Gezellie

Terwijl de ober bij ons de carpaccio uitserveerde – gegarandeerd hepatitis E- en antibioticavrij, zo verklaarde hij plechtig op zijn moeders graf – namen aan een tafeltje naast ons twee dames plaats. Veertigers, schatte ik, en ze deden ongelooflijk maar tevergeefs hun best om er nog appetijtelijk uit te zien.

“Gezellie!”
“Ja.”
“Ik denk dat ik voor de op de huid gebakken zeebaars ga, of zo.”
“Ik moet nog even kijken.”
“Zeg, heb je het al gehoord van Joris en Ingrid?”
“Nee.”
“Die gaan misschien uit elkaar, zeg maar.”
“Oh.”
“Als jij dat hoort, heb je dan ook niet zoiets specifieks van, gôh, hé?”

“Wat kan ik voor de dames inschenken?” De ober haalde een piepklein notitieboekje voor de dag en stak even het potlood in zijn mond.
“Ik doe eens gek vandaag. Water met bubbeltjes.”
“Ik moet nog even kijken.”
“Water met bubbeltjes en nog even kijken, genoteerd.”

“Maar je hebt het dus niet gehoord, zeg maar.”
“Nee.”
“En je kijkt er dus ook niet van op, of zo.”
“Nou, nee.”
“Gezellie hè?”
“Ja.”
“Hè, Babs, zeg nou eens eindelijk iets.”
“Eindelijk iets.”

Gezellie.

Reacties via onderstaande servicebalk of e-mailen naar krekwekdogt@hotmail.nl

woensdag 1 december 2010

Evgraf Zubov: duivelskunstenaar op het dambord

De evolutie van de damproblematiek in de Sovjet-Unie (later in Rusland en Oekraïne) is opmerkelijk. Tot diep in de jaren zestig was het achter het IJzeren Gordijn een zouteloze, zelfs ietwat zielige bedoening. Maar vanaf de jaren zeventig komt daarin snel verandering. Problemisten als Juskevitsj, Morkus, Perepelkin, Matus en anderen laten sindsdien het ene juweel na het andere zien. Een van de meest opmerkelijke problemisten is ongetwijfeld Evgraf Zubov.

De creativiteit van Zubov lijkt geen grenzen te kennen. Ergens midden jaren zeventig begon Zubov te componeren. Opvallend is de evolutie die hij, in het kielzog van de gehele Sovjet-problematiek, sedertdien heeft doorgemaakt. In zijn beginperiode blijkt Zubov zeer te hechten aan een prettig ogende aanvangsstelling, maar vanaf begin jaren tachtig laat hij deze voorkeur langzaam maar zeker varen. Vanaf medio jaren negentig speelt de aanvangsstelling bij Zubov geen enkele rol meer: het gaat hem dan alleen nog maar om het realiseren van duivelskunsten. Op dat punt staat hij op eenzame hoogte.
Laten we echter eerst eens kijken naar zes composities uit de vroege periode van Zubov met daaraan toegevoegd de heilige belofte dat de lezer in deze blog ook voorbeelden van zijn 'moderne' werk te zien zal krijgen. Het zestal problemen dateert uit de jaren 1976-1980. Het eerste probleem is tevens zijn debuut. Opvallend knap, zij het nog niet bijzonder origineel. In de daaropvolgende problemen zien we de originaliteit constant oplopen. De nummers 5 en 6 laten duidelijk zien dat Zubov op dat moment zijn beginnersperiode aan het afschudden was en op zoek was naar een nieuwe stijl.


Oplossingen
1. Met dit probleem dong Zubov in 1976 mee naar het kampioenschap van de USSR: 328, 42, 28, 10, 3, 35.
2. In 1978 gepubliceerd in het befaamde tijdschrift ‘64’. 41, 21, 3, 14!, 1, 15, 9, 7 (18) 2 met bij zorgvuldig afspel winst in twee scherpe varianten. Zubov blijkt in amper twee jaar een opmerkelijke progressie te hebben geboekt. Een bijzonder geslaagd probleem, gekenmerkt door de enorme dadendrang van de witte dam.
3. Inzending in 1978 voor de compositiewedstrijd USSR, 1978. 404, 43, 328, 42, 29, 4, 41 met een fabelachtige opsluiting.
4. Inzending voor dezelfde wedstrijd: 428, 27, 24, 161, 24, 10 met een scherp afspel.
5. Met dit werkstuk nam Zubov deel aan het kampioenschap van de USSR, 1980. 194, 1, 40!, 7, 41, 2, 34, 34. Het zwarte triootje op rechts onder de witte frontlinie toont aan dat Zubov steeds meer waarde gaat hechten aan problematische effecten en steeds minder aan een partijachtige beginstelling.
6. Gepubliceerd in Shaski, juni 1980: 11, 10, 194, 44, 22, 2, 2x37 (41x32) 427 (32x41) 467 (48x31), 37. Fantastisch gescharrel van schijven en dammen in de linkerbenedenhoek!

Wordt vervolgd.

Reacties via onderstaande servicebalk of e-mailen naar krekwekdogt@hotmail.nl