zondag 26 juni 2011

Tweede kleine compositiewedstrijd dammagazine Hoofdlijn

Net als vorig jaar organiseer ik voor de damproblemisten onder ons (en zij die dat willen worden) ook dit jaar in het dammagazine Hoofdlijn een zomers Klein Compositiewedstrijdje (KC). Een en ander zal in de op stapel staande 156e editie van Hoofdlijn uit de doeken worden gedaan. Vorig jaar kende de KC drie categorieën met opdrachten die aan de pittige kant waren, misschien zelfs te moeilijk. Daarom dit keer slechts één categorie en een opdracht die iedereen, inclusief beginnende problemisten, tot iets bijzonders moet kunnen inspireren. Hier volgen de spelregels.

Maak een probleem dat rechtstreeks of via een motief eindigt in een naturel (dam of schijf) op veld 17. Aanvullende voorwaarden:
1. De ingezonden problemen dienen eerste publicaties te zijn;
2. Geen dammen in de aanvangsstand;
3. Minimaal 12x12. Het is nu eenmaal altijd lastig om kleine met grote problemen te vergelijken;
4. Maximaal drie problemen per deelnemer;
5. Inzendingen dienen uiterlijk 1 september 2011 bij mij binnen te zijn per post (Overlangelstraat 15, 5045 SR Tilburg) of per e-mail (hwilsens@planet.nl).

De jury zal worden gevormd door de oplossers.

Prijzen
Het gaat net niet om des keizers baard. Voor de winnaar liggen, naast eeuwige roem, twee tientjes klaar, voor de nummer twee 10 euro. De beste oplosser kan rekenen op 20 euro. Oplossingen van de vaste deelnemers aan ‘de ladder’ worden op de ladder meegenomen.

Over twee onsterfelijken die toch gingen

De dood is een onverteerbaar verschijnsel. Daarom heeft de mens, vanaf het moment waarop hij zich van dit onomkeerbare fenomeen bewust geworden is, altijd gezocht naar een elixer dat de eeuwige jeugd zou brengen en naar slinkse manieren om de dood te slim af te zijn, als het moest door een pact met de duivel te sluiten. Anderen kozen een minder moeizame route: zij verklaarden zich simpelweg onsterfelijk. Lou de Palingboer en Harry Mulisch bijvoorbeeld.

Lou de Palingboer, bij de burgerlijke stand bekend als Louwrens Voorthuijzen, werd op 19 februari 1898 geboren in Anna Paulowna. Hij raakte al op vroege leeftijd verstrikt in de netten van dubieuze protestantse sekten. Hij was, zo wil de overlevering, een charismatisch man, hoewel de foto’s en films met Lou in de hoofdrol vooral een boers type laten zien met een nagenoeg tandeloze mond, een enorme pens en weinig flatteuze broeken die - dankzij oerdegelijke bretels waarmee (want we willen niet overdrijven) een niet al te omvangrijke vrachtwagen uit een kanaal kon worden getrokken - zowat tot zijn schouders reikten. Op wikipedia valt te lezen hoe Lou tot het besef kwam dat hij onsterfelijk was. Sterker nog, dat hij niemand anders was dan God in eigen persoon:
“In 1927 heeft Voorthuijzen naar eigen zeggen een mystieke ervaring gehad die voor hem aanleiding was geweest om vanaf 1950 te komen tot zijn verkondiging. Aan het strand van de Zuiderzee had hij 's nachts een ster gezien terwijl hij de woorden Zie het teken van de Zoon des Mensen hoorde, aldus Voorthuijzen. Vervolgens vertelde hij dat hij over een poel met drijfzand was gelopen, zonder erin weg te zakken. Toen hij even later terugging naar die plek zag hij zijn voetafdrukken in het slib en toen hij opnieuw over die voetafdrukken wilde lopen, zakte hij er diep in weg. Wiertz (toelichting Krekwekdogt: zijn tweede geliefde, Mien Wiertz) concludeerde dat Voorthuijzen God was en dat hij de taak had om de mensheid van de duivel te redden. Ze drong er regelmatig bij hem op aan dat toe te geven. Hij gaf deze verklaring daadwerkelijk toen Wiertz in 1950 met roodvonk in het ziekenhuis lag. Voorthuijzen vertelde haar dat hij een nieuwe mystieke ervaring had gehad. Daarbij was hem duidelijk geworden dat hij inmiddels de duivel in zichzelf had overwonnen en daardoor God was geworden.”
Mien, minstens zo vadsig als Lou zelf maar een stuk intelligenter, wist tal van anderen ervan te overtuigen dat haar man God was en zo ontstond een sekte met Lou als stralend en onafgebroken consumerend middelpunt. Wikipedia:
“De verzekeraar L.H. Voogt, zelf volledig ‘in Lou’, kocht in 1957 een huis in Muiden waar Voorthuijzen en Wiertz konden wonen. De villa, die ‘het Witte Huis’ werd genoemd, werd een pelgrimsoord. Diverse aanhangers van Voorthuijzen bleven in het Witte Huis wonen. Hij bracht de dag door met het roken van sigaren, het drinken van jenever en het vertellen van niet altijd even duidelijke, mystieke verhalen.
Hier ontwikkelde zich de gewoonte van het ‘aanliggen’: vrouwelijke volgelingen mochten enige tijd Voorthuijzens lichaamskracht voelen door zich tegen zijn borst te vlijen. Het was de bedoeling om ‘in Lou’ te komen. ‘In Lou’ zou iemand pas werkelijk verlost zijn van de duivel.”
In 1968 werd Lou echter ziek. En niet zo’n beetje ook. Hij woonde toen in het Belgische Agimont. Heel journalistiek Nederland en al zijn volgelingen togen naar zijn optrek in dit plaatsje en waren daar op 23 maart 1968 aanwezig toen Lou zijn laatste adem uitblies. De verwarring onder de laatsten was compleet, het gegniffel onder de eersten tot ver in de omtrek hoorbaar. God was overleden!
De gelovigen konden het niet geloven. Hier moest sprake zijn van een test van Lou die wel eens wilde weten hoe gelovig zijn volgelingen nu eigenlijk waren. Om zijn terugkeer zo aangenaam mogelijk te maken, kropen zij dagenlang bij toerbeurten massaal bij hem in bed om zijn lichaam warm te houden. Maar helaas is de Belgische Wet op de Lijkbezorging even dor, humorloos en onverbiddelijk als de Nederlandse. En zo werd Lou uiteindelijk naar zijn laatste rustplaats gebracht.
NOVA heeft enkele jaren geleden, een kleine veertig jaar na zijn overlijden, aandacht geschonken aan de man die niet dood kon gaan maar het toch deed. Klik hier voor deze uitzending, waarin na ruim een kwartier Lou in beeld komt.

Harry Kurt Victor Mulisch, geboren op 29 juli 1927 in Haarlem, heeft ons met zijn overlijden op 30 oktober 2010 behoorlijk in twijfel achtergelaten. Hij had namelijk een waterdichte theorie ontwikkeld waarin werd aangetoond dat hij onsterfelijk was. Die theorie luidde kort samengevat als volgt: elke tel brengt een mens dichter bij zijn dood. Maar tijd is tot in het oneindige deelbaar. De laatste uren kunnen door twee worden gedeeld, de laatste minuten, de laatste seconden, de laatste tel. De mens komt dus steeds dichter bij de dood, maar bereikt die nooit.

Zijn theorie ten spijt regisseerde Mulisch vorig jaar op 30 oktober zijn eigen overlijden (op een zondag, zodat alle journaals moeiteloos hun hele uitzending aan zijn heengaan konden wijden). Het lukte. De dood heeft kennelijk lak aan de oneindige deelbaarheid van de tijd.

Foto Mulisch: VKBlog.nl

Reacties via onderstaande servicebalk of e-mailen naar krekwekdogt@hotmail.nl

zondag 5 juni 2011

Petûnnekes






Zonder woorden. Op eigen erf grootgebracht.

Reacties via onderstaande servicebalk of e-mailen naar krekwekdogt@hotmail.nl