donderdag 29 december 2011

Adembenemende documentaire over Bobby Fischer


Enkele jaren geleden overleed Bobby Fischer (1943-2008). Op het desolate, schaakgekke en inmiddels hopeloos failliete IJsland, waar hij noodgedwongen - hij was werkelijk nergens meer welkom - zijn laatste troosteloze jaren heeft doorgebracht. Gisteren heb ik ademloos zitten kijken naar een anderhalf uur durende documentaire van de hand van Liz Garbus over zijn leven en zijn (politieke en schaaktechnische) betekenis: Bobby Fischer against the world. Oftewel de teloorgang van een genie.

In 1972 speelde Fischer in Reykjavik na een onstuimig verlopen 'voorspel' om het wereldkampioenschap tegen Boris Spasski. Wat in deze 'Match van de Eeuw' op het spel stond was eigenlijk veel méér dan een wereldtitel. Het ging om niets minder dan de vraag welke grootmacht zich in deze barre tijd, waarin de Koude Oorlog hevig woedde, superieur mocht noemen, ook en misschien wel vooral in intellectueel opzicht: de kapitalistische Verenigde Staten of het communistische Oostblok.

Fischer verloor de eerste partij door in een bloedeloos stellinkje pardoes een loper op de tocht te zetten, wat hem uiteraard de partij kostte. De volgende dag kwam hij voor de tweede partij simpelweg helemaal niet opdagen, omdat de organisatie - zo langzamerhand behoorlijk 'Fischer-beu' - volkomen terecht een paar idiote eisen van hem niet wenste in te willigen. Maar daarna veegde hij de vloer aan met Spasski - een toonbeeld van beschaving overigens - en zegevierde uiteindelijk met 12½-8½.
Vanaf dat moment hebben we niet veel meer van Fischer gehoord of gezien, althans niet op de 64 velden. Buiten de schaakarena daarentegen des te meer: zijn antisemitische uitspraken wekten overal afgrijzen, zijn bejubeling van de terroristische aanval op de Twin Towers was voor de hele wereld de druppel. Op dat moment was Fischer al volkomen verloederd. Zijn dood in 2008 was de dood van een verwilderde zwerver die helemaal in zijn eentje dacht te moeten vechten tegen de rest van de wereld. Bobby Fischer, 'genius & madman', was de eenzaamheid zelve.




Reacties via onderstaande servicebalk of e-mailen naar krekwekdogt@hotmail.nl

woensdag 28 december 2011

Opschrijfboekje (III): drie dooie mormels

Laten we het eens hebben over wat aantekeningen van de laatste dagen in mijn opschrijfboekje. Over drie loederige mormels. Twee zijn er naar de gallemiezen, een is de dood.

Kim Jong-il
Eindelijk is het zover, Kim Jong-il, het monster dat miljoenen Noord-Koreanen de dood heeft ingejaagd, is nu zelf het haasje. Hartstikke dood, zo dood als een pier. Moge het aantal wormen en maaien dat zich straks smikkelend & smullend door zijn gemene oogjes naar buiten zal wroeten even groot zijn als het aantal onschuldigen dat hij op zijn geweten heeft. Laat gerechtigheid ons deel zijn.

Een volstrekte idioot was hij, een potsierlijke zot, een godvergeten schurk die zich een ongekend luxueus leven permitteerde terwijl zijn volk crepeerde. Op 19 december zette het weekblad Elsevier de tien meest hardnekkige – en dus op waarheid berustende – geruchten op een rijtje. We vissen er voor de lezer een paar uit.

Een jaar of tien geleden was Kim Jong-il niets en niemand minder dan de uitvinder van de hamburger, in het Noord-Koreaans heel poëtisch ‘Gogigyeopbbang’ geheten. Hij is geprezen en bewierookt om deze culinaire noviteit, de Noord-Koreanen raakten niet uitgepraat over de hemelse vondst van de Grote Leraar. Dat zij zelf doorlopend hun aan de hongerdood gestorven kinderen naar kleine, laatste rustplaatsjes moesten brengen, ach, dat deed er niet toe. Als het de de Vader des Vaderlands maar naar den vleze ging.
Kim was ook een ontzagwekkend golftalent. In 1994 kreeg hij voor het eerst in zijn leven een club in handen en werkte in zijn debuut als golfer de 18 holes meteen maar eventjes af in 38 under par, inclusief vijf ‘holes in one’ (of is het ‘hole in ones’?), een nog nimmer aanschouwde prestatie waarvan geperverteerde, kapitalistische Amerikanen als Tiger Woods niet eens durven te dromen.
Uiteraard werd Kim als heilige geboren. We citeren Elsevier:

“Op het moment van zijn geboorte schitterde een heldere ster aan de hemel, was het ineens lente en kwam er een regenboog tevoorschijn. Als heilige zou de leider ook niet hoeven poepen en plassen.”
Ondertussen hadden ze dit mormel natuurlijk gewoon in zijn wieg moeten smoren. Nu zitten ze daar - en wij hier - opgescheept met zijn zoon Kim Jong-un. Het ventje heeft zo te zien het IQ van een opdrogende HEMA-dweil. Ook hij zal wel niet hoeven te poepen of piesen. Het mormelschap straalt nu al van hem af. Het is wat met deze wereld.

Pius XII
Op 9 november 1958 overleed eindelijk Eugenio Pacelli, beter bekend als paus Pius XII (1939-1958). Zijn verscheiden kwam minstens 19 jaar te laat. Deze reactionair en antisemiet had namelijk nooit op de zetel van Petrus plaats mogen nemen. Als iemand immers in staat was geweest de holocaust een halt toe te roepen, dan was hij het. Hij was namelijk uitstekend op de hoogte van de onbeschrijfelijke moordpartijen zoals die zich in de concentratiekampen voordeden, maar hij sloot er jarenlang willens en wetens zijn ogen voor. Erger nog: tot zijn dood is zijn mond gesloten gebleven.

Uiteindelijk werd hij in 1958 ziek. Doodziek. Onze Lieve Heer stuurde in zijn goedheid ogenblikkelijk een charlatan en kwakzalver van de ergste soort op hem af, de oogarts Galeazzi-Lisi die Pius volkomen onkundig en met zeer bekwame spoed naar de andere kant wist te helpen. Toen hij de geest had gegeven, liet de oogarts een balsemtechniek van eigen makelij op hem los. J.J. Norwich schrijft in zijn monumentale boek De Pausen (waarover in een latere blog meer) wat er gebeurde toen hij in een open lijkkist in een gezapig tempo door Rome werd gereden:

“Deze techniek faalde echter op opmerkelijke wijze. Van tijd tot tijd hoorde men weerzinwekkende oprispingen aan de kist ontsnappen en tijdens de opbaring was de stank zo afgrijselijk dat een van de Zwitserse gardes flauwviel. Ook viel de neus van het lijk af. Het was tot de aanmerkelijke opluchting van alle betrokkenen dat het deksel uiteindelijk weer op de kist werd geschroefd.”
Wie volkomen ten onrechte sterft in de geur van heiligheid moet stinkend verder.

Magere Hein
En dan het derde mormel, Magere Hein. Angst voor dit heerschap is niet meer nodig. Wetenschappelijk onderzoek toont namelijk aan dat we hem zonder al te veel inspanningen te snel af kunnen zijn. Magere Hein gaat, zo is empirisch vastgesteld, uiterst moeizaam voortstrompelend door het leven. Krekwekdogt las het in Medisch Contact:

“De loopsnelheid van Magere Hein is ongeveer 3 kilometer per uur en met een tempo boven de 5 kilometer per uur kunnen ouderen hem voorblijven. Er is namelijk een verband tussen topsnelheid en mortaliteit bij ouderen."
Ongeveer 1700 mannen van 70 jaar en ouder moesten allemaal een looptest doen en werden daarna 6 jaar gevolgd. In die periode overleden 266 mannen. Onder hen was er geen een die in de looptest een snelheid van 5 kilometer per uur had weten te bereiken. De mannen die daarin wel slaagden hadden een veel grotere kans op overleving. Conclusie: Magere Hein is niet vooruit te branden. Het is maar dat u het weet. Gewoon flink blijven doorstappen.
(Bron: The Grim Reaper, geschreven door Fiona Stanaway e.a. in de kersteditie van het British Medical Journal.)

Reacties via onderstaande servicebalk of e-mailen naar krekwekdogt@hotmail.nl

maandag 26 december 2011

'Koosje-Koosje'

Woensdag 28 december, zo meldt de kalender, is de dag van de Onnozele Kinderen. Daarmee wordt de herinnering levend gehouden aan de kindermoord in Bethlehem. Volgens Matteüs had koning Herodes van de Drie Wijzen gehoord dat een pasgeboren kind in dit dorpje ooit de Koning der Joden zou worden. Bedreigd als hij zich voelde gaf hij opdracht alle kinderen tot twee jaar om het leven te brengen.

Pieter Bruegel de Oudere, Kindermoord te Bethlehem. Bruegel, die dit schilderij in 1567 voltooide, had kennelijk zo zijn eigen opvattingen over het klimaat in en rond Bethlehem... Al die winterlandschappen van Bruegel lijken trouwens wel héél erg veel op elkaar. Zie het schilderij in het stukje hieronder.

Matteüs geeft nergens aan over hoeveel kinderen het precies was gegaan, zodat latere geschiedkundigen - en in hun kielzog allerlei hele en halve idioten - alle ruimte hebben gekregen voor de wildste speculaties. Volgens de website van KRO/RKK liepen de schattingen uiteen van enkele tientallen tot maar liefst 144.000 vermoorde kinderen. Dit laatste is natuurlijk bespottelijke onzin, afkomstig van een of andere doorgedraaide zeloot: kinderen van nul tot twee jaar maakten toen ongeveer 3 procent van de totale bevolking uit, wat zou hebben betekend dat het nietige dorpje Bethlehem indertijd een kleine 5 miljoen inwoners moet hebben geteld.

Josephus
Van de evangelisten maakte alleen Matteüs gewag van de kindermoord. Dat geeft op zich al te denken. Maar als dan ook nog eens blijkt dat een van de weinige werkelijk betrouwbare bronnen uit die tijd, de Joodse historicus Titus Flavius Josephus (37-100), evenmin rept over de kindermoord (terwijl hij in zijn boeken de vele wandaden van Herodes breedvoerig naar voren heeft gebracht), dan moeten we ons ernstig afvragen of de kindermoord eigenlijk wel ooit heeft plaatsgevonden. De bewijzen tégen zijn voorlopig heel wat sterker dan de bewijzen vóór.
Dat neemt niet weg dat Onnozele Kinderen nog tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw bij ons een hoogtijdag is geweest. Daarna is het langzaam maar zeker ondergesneeuwd geraakt door het sinterklaasfeest. Uit mijn eigen kindertijd herinner ik me dat mijn broertje op 28 december voor één dag de baas was. Het kwam erop neer dat hij mocht beslissen wat we zouden eten. Zijn repertoire was beperkt: elk jaar kip, gebakken aardappelen en appelmoes.

Versies
Voor Tilburgse kinderen was Onnozele Kinderen een bijzondere dag. Zij kleedden zich aan als volwassenen en gingen langs de deur om snoep en geld op te halen: een soort Driekoningen derhalve, maar dan met het typisch Tilburgse ‘Koosje-Koosje lied’ in de hoofdrol.
Er waren tal van versies in omloop, van hele nette tot uiterst schunnige. De nette versie begon met ‘Koosje, Koosje is mijn naam, ik ben voor alle dingen bekwaam’. Maar het kon ook zo: ‘Koosje, Koosje is mijn naam, ik heb ’t in mijn broek gedaan, ik zèh de helft ervan verloren en de rest zit vastgevroren’.
Onnozele Kinderen wordt niet meer gevierd. Sinterklaas heeft het pleit definitief in zijn voordeel beslecht. Ik kan er vrede mee hebben: de kindermoord is, zo lijkt het, vokomen uit de duim gezogen door al te ijverige (en waarschijnlijk antisemitische) Kerkvaders. Geef mij dan maar sinterklaas. Die bestaat tenminste.

Foto: Regionaal Archief Tilburg

Reacties via onderstaande servicebalk of e-mailen naar krekwekdogt@hotmail.nl

zondag 18 december 2011

Fijne kerst

Krekwekdogt en de zijnen wensen iedereen fantastische kerstdagen toe! Laagje sneeuw mag, wij zijn echt niet zo beroerd, maar alleen op eerste en tweede kerstdag. Vanaf 27 december zijn Krekwekdogt en de zijnen er helemaal op uitgekeken. Niks witte nakerst. Opzouten en wegwezen met die rotzooi. Op naar de eerste krokussen!


Reacties via onderstaande servicebalk of e-mailen naar krekwekdogt@hotmail.nl

dinsdag 6 december 2011

Voor de liefhebbers: de aanstaande probleemrubriek in Hoofdlijn 160

Over enkele dagen valt bij de abonnees Hoofdlijn 160 in de bus, een magazine gewijd aan de intrigerende, nobele dampsport. Daarin mag ik al vanaf het allereerste nummer in 1988 - en als we de voorganger DB Magazine meetellen zelfs al vanaf 1977 - een rubriek wijden aan de damproblematiek. Een probleem is een damstelling waarin wit maar op één manier kan winnen. Soms niet zo moeilijk, maar vaak zijn het ingewikkelde puzzels, zelfs voor de doorgewinterde dammer.
Geïnteresseerd in meer? Vraag dan een proefnummer aan bij Hoofdlijn.

hoofdlijn160_krek

Reacties via onderstaande servicebalk of e-mailen naar krekwekdogt@hotmail.nl