maandag 26 december 2011

'Koosje-Koosje'

Woensdag 28 december, zo meldt de kalender, is de dag van de Onnozele Kinderen. Daarmee wordt de herinnering levend gehouden aan de kindermoord in Bethlehem. Volgens Matteüs had koning Herodes van de Drie Wijzen gehoord dat een pasgeboren kind in dit dorpje ooit de Koning der Joden zou worden. Bedreigd als hij zich voelde gaf hij opdracht alle kinderen tot twee jaar om het leven te brengen.

Pieter Bruegel de Oudere, Kindermoord te Bethlehem. Bruegel, die dit schilderij in 1567 voltooide, had kennelijk zo zijn eigen opvattingen over het klimaat in en rond Bethlehem... Al die winterlandschappen van Bruegel lijken trouwens wel héél erg veel op elkaar. Zie het schilderij in het stukje hieronder.

Matteüs geeft nergens aan over hoeveel kinderen het precies was gegaan, zodat latere geschiedkundigen - en in hun kielzog allerlei hele en halve idioten - alle ruimte hebben gekregen voor de wildste speculaties. Volgens de website van KRO/RKK liepen de schattingen uiteen van enkele tientallen tot maar liefst 144.000 vermoorde kinderen. Dit laatste is natuurlijk bespottelijke onzin, afkomstig van een of andere doorgedraaide zeloot: kinderen van nul tot twee jaar maakten toen ongeveer 3 procent van de totale bevolking uit, wat zou hebben betekend dat het nietige dorpje Bethlehem indertijd een kleine 5 miljoen inwoners moet hebben geteld.

Josephus
Van de evangelisten maakte alleen Matteüs gewag van de kindermoord. Dat geeft op zich al te denken. Maar als dan ook nog eens blijkt dat een van de weinige werkelijk betrouwbare bronnen uit die tijd, de Joodse historicus Titus Flavius Josephus (37-100), evenmin rept over de kindermoord (terwijl hij in zijn boeken de vele wandaden van Herodes breedvoerig naar voren heeft gebracht), dan moeten we ons ernstig afvragen of de kindermoord eigenlijk wel ooit heeft plaatsgevonden. De bewijzen tégen zijn voorlopig heel wat sterker dan de bewijzen vóór.
Dat neemt niet weg dat Onnozele Kinderen nog tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw bij ons een hoogtijdag is geweest. Daarna is het langzaam maar zeker ondergesneeuwd geraakt door het sinterklaasfeest. Uit mijn eigen kindertijd herinner ik me dat mijn broertje op 28 december voor één dag de baas was. Het kwam erop neer dat hij mocht beslissen wat we zouden eten. Zijn repertoire was beperkt: elk jaar kip, gebakken aardappelen en appelmoes.

Versies
Voor Tilburgse kinderen was Onnozele Kinderen een bijzondere dag. Zij kleedden zich aan als volwassenen en gingen langs de deur om snoep en geld op te halen: een soort Driekoningen derhalve, maar dan met het typisch Tilburgse ‘Koosje-Koosje lied’ in de hoofdrol.
Er waren tal van versies in omloop, van hele nette tot uiterst schunnige. De nette versie begon met ‘Koosje, Koosje is mijn naam, ik ben voor alle dingen bekwaam’. Maar het kon ook zo: ‘Koosje, Koosje is mijn naam, ik heb ’t in mijn broek gedaan, ik zèh de helft ervan verloren en de rest zit vastgevroren’.
Onnozele Kinderen wordt niet meer gevierd. Sinterklaas heeft het pleit definitief in zijn voordeel beslecht. Ik kan er vrede mee hebben: de kindermoord is, zo lijkt het, vokomen uit de duim gezogen door al te ijverige (en waarschijnlijk antisemitische) Kerkvaders. Geef mij dan maar sinterklaas. Die bestaat tenminste.

Foto: Regionaal Archief Tilburg

Reacties via onderstaande servicebalk of e-mailen naar krekwekdogt@hotmail.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten