
Aan de keuzes in allerlei canons (we hebben er inmiddels al heel wat) zijn in ons land, zo lijkt het soms, beduidend meer pagina's gewijd dan aan de canons zelf, maar de keuzes van Huisman en Van Lieburg lenen zich nauwelijks voor kritische bespiegelingen. Alleen de uit 1974 daterende Dennendal-affaire, door de auteurs als 'een nationale kwestie van grote betekenis' omschreven, had wat mij betreft niet in deze bloemlezing opgenomen hoeven te worden. De Canon: "Op het spel stond niets minder dan de status van de wetenschap en die van professionele deskundigen. De affaire geldt daarom als symbool voor de herbezinning op de Nederlandse cultuur in de late twintigste eeuw" (pagina 108). Dit is toch werkelijk wat al te dik aangezet. De hele affaire was niets meer dan een voetnoot in de Nederlandse medische geschiedenis, een uit de hand gelopen dispuut tussen een veel te ver voor de muziek uit marcherende psycholoog (Carel Muller) en een veel te ver achter moderne opvattingen aanstrompelende minister van Justitie (Van Agt).
Schrappen dus, die affaire, en de opengevallen plaats vullen met een grootheid die volkomen ten onrechte in deze Canon ontbreekt: Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723), de man die de tot dan toe vrijwel onbekende microkosmos zichtbaar heeft gemaakt.
F.G. Huisman en M.J. van Lieburg
Canon van de geneeskunde in Nederland
ELSEVIER Gezondheidszorg, 120 p.p.
ISBN 978 90 352 3150 4
€ 17,50
Geen opmerkingen:
Een reactie posten