Op initiatief van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) hebben de hoogleraren medische geschiedenis Huisman en Van Lieburg een aardig boek geschreven: Canon van de geneeskunde in Nederland. Het boek, rijkelijk geïllustreerd en lekker leesbaar, bevat de vijftig belangrijkste mijlpalen in de geneeskundige geschiedenis van ons land. Een geschiedenis die op gezag van de auteurs aanvangt rond het begin van onze jaartelling (Het meisje van Yde) en - voorlopig uiteraard - eindigt in 1982, het jaar waarin geneticus Dirk Bootsma de bijzondere rol ontdekte van een fusiegen in het ontstaan van chronische myeloïde leukemie.
Aan de keuzes in allerlei canons (we hebben er inmiddels al heel wat) zijn in ons land, zo lijkt het soms, beduidend meer pagina's gewijd dan aan de canons zelf, maar de keuzes van Huisman en Van Lieburg lenen zich nauwelijks voor kritische bespiegelingen. Alleen de uit 1974 daterende Dennendal-affaire, door de auteurs als 'een nationale kwestie van grote betekenis' omschreven, had wat mij betreft niet in deze bloemlezing opgenomen hoeven te worden. De Canon: "Op het spel stond niets minder dan de status van de wetenschap en die van professionele deskundigen. De affaire geldt daarom als symbool voor de herbezinning op de Nederlandse cultuur in de late twintigste eeuw" (pagina 108). Dit is toch werkelijk wat al te dik aangezet. De hele affaire was niets meer dan een voetnoot in de Nederlandse medische geschiedenis, een uit de hand gelopen dispuut tussen een veel te ver voor de muziek uit marcherende psycholoog (Carel Muller) en een veel te ver achter moderne opvattingen aanstrompelende minister van Justitie (Van Agt).
Schrappen dus, die affaire, en de opengevallen plaats vullen met een grootheid die volkomen ten onrechte in deze Canon ontbreekt: Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723), de man die de tot dan toe vrijwel onbekende microkosmos zichtbaar heeft gemaakt.
F.G. Huisman en M.J. van Lieburg
Canon van de geneeskunde in Nederland
ELSEVIER Gezondheidszorg, 120 p.p.
ISBN 978 90 352 3150 4
€ 17,50
Krekwekdogt woont in 'de schôônste stad van et laand' volgens de autochtonen en een verzameling rampspoed volgens vrijwel ieder ander. Hij schrijft over Brabant, de toestand in de wereld, heden en verleden, dammen en schaken, politiek, literatuur, Willem II (koning, voetbalclub en de sigaren), het dorp Helvoirt waarin hij is opgegroeid en wat er zoal nog meer op zijn weg komt. En dat allemaal vanuit de schôônste stad van et laand, waar ze nog weten hoe het leven geleefd moet worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten