dinsdag 31 augustus 2010

Opschrijfboekje

Stukjesschrijvers hebben altijd een handzaam notitieboekje onder handbereik om beklijvenswaardige zaken op te tekenen en plotselinge invallen vast te leggen. Zeker dat laatste is van belang: de mooiste invallen plegen zich namelijk midden in de nacht in bed te manifesteren en de ervaring leert dat ze subiet op papier moeten worden gezet omdat ze de kwalijke eigenschap hebben de volgende ochtend niet meer reproduceerbaar te zijn.

Van Simon Carmiggelt is bekend dat hij, door schade en schande wijs geworden, altijd een piepklein notitieboekje op zijn nachtkastje had liggen. Daarover heeft hij in Het Parool eens een kostelijk cursiefje geschreven, maar de lezer duide het mij niet euvel dat ik niet meer weet wanneer en dat ik nu even te lui ben om dat uit te zoeken. De clou was, naar ik meen, dat hij midden in de nacht een onwaarschijnlijk fraaie ingeving kreeg en die meteen in het boekje krabbelde. De volgende ochtend greep hij onmiddellijk naar het boekje – want iets in zijn achterhoofd zei hem dat hij een paar uur eerder een wonderbaarlijke vondst had genoteerd – en las: ‘Eekhoorntje op lange weg.’ Notitieboekjes vormen dus niet altijd de opmaat naar onsterfelijkheid.

Mijn opschrijfboekskes staan vol aantekeningen, uittreksels van boeken, citaten, kattebelletjes, woordvondsten, cryptische omschrijvingen - dubieus audiologisch centrum (17 letters)* - et cetera. Veel is inhoudelijk te mager om er een stukje over te schrijven, maar ook weer te aardig om er niets mee te doen. De oplossing? Verzamel er een paar en zet er ‘Gemengde berichten’ of ‘Opschrijfboekje’ boven. Zelfs Carmiggelt deed het in Het Parool op gezette tijden.

Neologismen
Neologismen zijn nieuwe woorden of uitdrukkingen. Van Kooten en De Bie hebben op dit punt hun onnavolgbare sporen in de Nederlandse taal achtergelaten. Zomaar een greep: bescheurkalender, stoned als een garnaal, vrije jongens, op hun pik getrapt, doemdenken, krommunicatie, geilneef, regelneef, en wel hierom.
In een van mijn opschrijfboekjes staan er twee van eigen makelij: als een fiscalist verstand heeft van belastingen, dan heeft een fecalist verstand van stront. En als een pedicure alles weet van voeten, dan zal het duidelijk zijn waar de kracht ligt van de penicure. Mooie vondsten, al zeg ik het zelf, maar zijn ze ook werkelijk nieuw? Google geeft het antwoord: de fecalist is één keer eerder voor het voetlicht getreden en wel in de gemeente Oldenzaal. Daar heeft de ‘kynologisch fecalist’ van de gemeente enige tijd geleden in een stampvol dorpshuis het gemeentelijk hondenpoepbeleid toegelicht. En ook de penicure is eerder gehanteerd, door de feministe Ariane Amsberg. Vrijwel alles is al bedacht, zo lijkt het.

Levenswandel
Prachtig proza over Carmiggelt in een column van Sylvia Witteman in de Volkskrant van 3 oktober 2009:
‘Geld maakt niet gelukkig. Dat heeft het met armoe gemeen’, zei de grote columnist Simon Carmiggelt eens. Hij verbraste zijn geld indertijd met toewijding aan wat hij zelf omschreef als ‘een onverstandige levenswandel’.
Slimme Helmonder
Huisarts en oud-politicus Rob Oudkerk schreef in maart 2009 in Farmamagazine over tact:
Een man vraagt op de groenteafdeling van een supermarkt in Eindhoven om een half kropje sla. Een jonge bediende zegt hem dat ze alleen hele kroppen sla verkopen. Maar de man blijft maar aandringen en dus zegt de bediende dat hij het aan de filiaalchef zal vragen. Hij loopt zijn kantoortje binnen en zegt: “Een of andere malloot wil een halve krop sla kopen.” Terwijl hij zijn zin afmaakt, draait hij zich om en ziet hij de man achter zich in de deuropening staan, dus voegt hij er snel aan toe: “En deze meneer wil de andere helft.”
De chef complimenteert hem even later met zijn tact. “Ik was onder de indruk van de manier waarop je je daar uitredde. Waar kom je eigenlijk vandaan?”
“Uit Helmond, meneer.”
“En waarom ben je daar weggegaan?”
“Je hebt daar alleen maar hoeren en ex-voetballers”, antwoordt de bediende.
“Zo. Mijn vrouw komt ook uit Helmond.”
“Echt?”, zegt de bediende. “Voor welke club heeft ze gespeeld?”
Compact
Geen compacter en ondoorgrondelijker taalgebruik dan dat in Engelse krantenkoppen. Vandaag, dinsdag 31 augustus, zag ik er weer een in de tabloid The Sun: ‘Craig: choose chan or bri to get boot’. Briljant, in het bijzonder dankzij de fijnzinnige alliteratie, maar voor het overige volslagen onbegrijpelijke wartaal. Ook Nederlandse journalisten kunnen er trouwens wat van. Neem die van enkele weken geleden na een zielige voetbalpot van de Rotterdammers: 'Feyenoord heeft geen ballen'.

* afluisterpraktijk

Reacties via onderstaande servicebalk of e-mailen naar krekwekdogt@hotmail.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten