zaterdag 21 november 2009

Drog

Drama in Bahrein, melden de kranten. Het Golfstaatje heeft zojuist de enige medaille die het ooit op de Olympische Spelen heeft gewonnen terug moeten geven. Aan de zilveren plak van Rashid Ramzi op de 1500 meter hardlopen bleek namelijk een ranzig randje te zitten: EPO.
Erytropoëtine is een hormoontje dat de aanmaak van rode bloedlichaampjes stimuleert: een zegen voor mensen met ernstige bloedarmoede. EPO is echter óók de steun en toeverlaat van heel wat sporters. Dat menig sporter EPO heeft omarmd, is verklaarbaar. Hoe meer rode bloedlichaampjes, des te meer zuurstof. De sporter loopt daardoor harder, springt hoger en houdt dit vermoeiende gedoe langer vol.

Doping, het heeft mij altijd geboeid. Al die mannen en vrouwen, die van kop tot kont onder d’n drog zaten, ik heb het altijd fascinerend gevonden. Ik was een jaar of wat geleden dan ook zielsverheugd toen ik hoorde dat tijdens de Spelen ook de deelnemende paarden aan een dopingtest onderworpen zouden worden. Ik ben ogenblikkelijk in het vliegtuig gestapt. Zo’n feestelijk schouwspel wilde ik me niet laten ontnemen en bovendien zouden nu enkele brandende kwesties worden opgelost. Hoe, om maar eens iets te noemen, slaagt het paard erin om in zo’n klein flesje te wateren? Heeft het aan één flesje wel genoeg? Welke vrijwilligers houden het flesje vast? En is de waterplicht ook van toepassing op dressuurpaarden, zulks met het oog op de adembenemende snelheden in deze flitsende tak van sport? U ziet het, de zaken liggen helemaal niet zo eenvoudig als u in uw onschuld altijd hebt gedacht.

Ik was nog net op tijd om de controle van een Nederlands paard met een zuidelijke tongval en een lodderig blik bij te kunnen wonen. Het begon tamelijk onheilspellend. Evenals bij een aantal collega-atleten had bij dit beestje namelijk het misverstand postgevat dat je, als je voorgaf dat het plassen maar niet wilde lukken, op een of andere wonderbaarlijke manier door de controle zou rollen. De controleurs waren echter niet voor één gat te vangen en sleepten een trog water aan. Wat later kon het flesje naar het laboratorium, waar binnen luttele seconden al de balans werd opgemaakt: helemaal foute boel.
Er volgde uiteraard een persconferentie. “U denkt toch niet dat ik mijn carrière voor wat pillen in de waagschaal stel?”, sprak de ruiter. “Ik sta perplex. Dit kan helemaal niet. We wachten nog even de contra-expertise af en als die ook positief uitvalt, vliegen we terug naar Nederland voor een fatsoenlijke controle.” Het is inmiddels een bekend fenomeen in de sportwereld: de vermoorde onschuld spelen, de deskundigheid van de controleurs in twijfel trekken en ondertussen juten zakken zweten omdat de biceps elk moment uit het olympisch uniform kan knallen.
De gedrogeerde deed zelf ook nog een behartenswaardig duitje in het zakje. “Ze hebben me geflikt”, sprak het paard. “Iemand moet iets in mijn emmer hebben gegooid. Ik kan zo een aantal paarden noemen dat in dit verband niet helemaal zuiver op de graat is. Nee, ik noem geen namen.”

Het goud ging naar een Oost-Europees paard dat een kraakhelder plasje had afgeleverd maar ondertussen zichtbaar stijf stond van de spierversterkers. Succesvol drogeren: een vak apart.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten