zondag 29 november 2009

Te dik gescheten

Arie is overleden. Het stond van de week in de krant. Hij is uiteindelijk toch nog 85 geworden. Arie, de doorgewinterde journalist die mij vele jaren geleden de fijne kneepjes van het vak bijbracht. Met een rood potlood ging hij mijn stukjes te lijf. Niet altijd een onverdeeld genoegen, maar leerzaam. Erg leerzaam.

“Waarom schrijf je ‘daar’ als je ‘hier’ bedoelt? Daar is daar en hier is hier, knoop dat goed in je oren.”
“Ja, Arie.”
“Wat staat hier nou weer. ‘De onroerendgoedbelasting komt volgens het college van B&W onvoldoende uit de verf’. Hoe krijg je het bij elkaar geharkt! Heb jij belasting ooit uit de verf zien komen?”
“Nee, Arie.”
“Als je vanavond tegen je moeder zegt dat de onroerendgoedbelasting onvoldoende uit de verf komt, snapt ze het dan?”
“ Nee, Arie.”
“Wat zou je dan tegen haar zeggen?”
“Dat wonen duurder wordt, Arie.”
“Precies. Dus wat zetten we in dit stukkie?”
“Dat wonen duurder wordt, Arie.”
“Goed zo. En onthou voortaan dat we hier geen lulkoek schrijven.”
Harde leerschool, maar een betere was niet denkbaar.

Moeilijk vak, onvoorspelbaar vak. Neem mijn verhaal over het afscheid van huisarts Abbema. Een dikke veertig jaar had hij de gemeenschap, een vlek in de Meierij, gediend vanuit de vreselijke misvatting dat hij het dorp, samen met de burgemeester en de pastoor, op het rechte pad had weten te houden. Hoewel de dorpelingen in hem de vleesgeworden arrogantie zagen, hadden zij toch alle denkbare zoetsappigheden in een feestelijk afscheidsprogrammaatje weten te proppen. Een handvol toespraken, wat getetter tussendoor van de plaatselijke harmonie en natuurlijk een optreden van de lokale R.K. Jonge Boerenstand (‘lachen, gieren, brullen’, stond in de uitnodiging, maar dat viel erg mee).
Aan het eind van de rit nam Abbema zéér uitvoerig de tijd om nog eens terug te blikken op zijn zegenrijke arbeid. Hij ging in het bijzonder prat op de 2500 bevallingen die onder zijn gezag hadden plaatsgevonden. ‘Ik heb een klein dorp gebaard!’, riep hij vol valse pathos. Alsof hij zelf 2500 keer urenlang had liggen persen en puffen.

Een paar uur later was het artikel klaar. ‘Dokter Abbema uitgeluid’, meldde de kop. Geen hemelbestormend proza, maar toch alleszins leesbaar en zonder de giftigheden die ik er maar al te graag in had verwerkt. Groot was dan ook mijn verwondering toen ik de volgende morgen in alle vroegte uit bed werd gebeld door een ziedende mevrouw Abbema. Wat ik wel niet dacht, gilde ze. Wat voor snotneus ik wel niet was, dat dit mijn laatste stukje zou zijn en dat zij daar persoonlijk voor ging zorgen. “Lelijke belhamel!”
Geschrokken en me van geen kwaad bewust nam ik meteen contact op met Arie. “Ik weet het”, grinnikte Arie, "ik heb net de krant gelezen. Er is iets misgegaan. Ze hebben vannacht kennelijk weer iets te dik gescheten.”
In een klap was alles me duidelijk. ‘Dik schijten’ was een term van Arie voor een net iets te ruime inkttoevoer bij het drukken, waardoor sommige letters ‘dichtlopen’. En zo kwam het dat de krant, in het grootste letterkorps waarover de zetterij beschikte, pontificaal en over de volle breedte kopte: ‘Dokter Abbema uitgeluld’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten