zaterdag 21 november 2009

Van Rompuy en de tweede druk van Leopold

Kom, dacht het Vlaamse parlementslid Dedecker, een ultrarechtse klerenkast, laat ik de aanstaande president van de EU, Herman van Rompuy, eens cultureel verantwoord gedag zeggen. Vele uren struinde hij de afdeling poëzie in de lokale bibliotheek af en kwam uiteindelijk terecht bij ‘De Ploeger’ van Adriaan Roland Holst. Daaruit debiteerde hij in het parlement enkele versregels. Hij deed het met de routine van een kolenboer die slagroomsoesjes uit moet delen.

‘Ik zal de halmen niet meer zien
noch binden ooit de volle schoven,
maar doe mij in den oogst geloven
waarvoor ik dien...’


Het antwoord van Van Rompuy kwam direct en was in al zijn eenvoud van een verpletterende grootsheid. Hij schudde zo maar even, uit de losse pols en enigszins geparafraseerd, de openingsregels van dit prachtgedicht uit zijn mouw, terwijl de klerenkast het zweet van zijn vormloze voorhoofd wiste:

‘Ik vraag geen oogst; ik heb geen schuren,
ik sta in uwen dienst zonder bezit.
Maar ik ben fier in dit:
dat ik de ploeg van uw woord mag besturen’


Beste Herman, gij zijt fabuleus. Ik zal U eeuwig in mijn gebeden gedenken vanwege de manier waarop gij Dedecker als een pispaaltje aan de kant hebt gezet. En als dank zal ik U een dichtbundel doen toekomen van de symbolistisch dichter Jan Hendrik Leopold (1865-1925), een van de onaantastbare grootheden uit de Nederlandse letterkunde. De eerste druk die gij gaat ontvangen is al net zo merkwaardig als de man zelf. Ik schenk U het boekske gaarne.
Allemaal hebben we - ook gij, Herman - tijdens de Nederlandse les onder hem geleden, allemaal kennen we zijn naam, maar bij niemand is ook maar één letter uit zijn verzamelde geschriften beklijfd. Het is simpelweg niet meer te pruimen:

‘Om mijn oud woonhuis peppels staan
mijn lief, mijn lief, o waar gebleven...’


Gerrit Komrij en Martinus Nijhoff hebben prachtige stukken geschreven over de immense schuwheid en achterdocht van de dichter. Leopold verliet zelden zijn woning en deed hij dat toch, dan alleen in het bezit van een krant om die snel open te kunnen vouwen en er zich achter te verschuilen als hij in de verte iemand zag naderen. Het in gewichtigheid zwelgende heerschap dat het literatuurboek van mijn middelbare school had samengesteld, kwam echter woorden te kort om de grootheid en medemenselijkheid van Leopold te bezingen. Hij was een man, lees ik, die schreef ‘vanuit een ontembaar verlangen naar een metafysische eenwording met de omringende wereld’. Schud het maar in mijn pet, dan zoek ik het morgen wel uit.
Een merkwaardig man dus, die bovendien gebukt ging onder een krankzinnige hang naar perfectie. Hij was tot intens verdriet van zijn uitgever eindeloos bezig met corrigeren, verbeteren en herschrijven en kon wekenlang tobben over het wel of niet plaatsen van een leesteken. Uiteindelijk is deze karaktereigenschap hem fataal geworden.

We schrijven 1925. Wekenlang was Leopold bezig geweest met het corrigeren van de drukproeven van een verzamelbundel. Toen hij zeker wist dat de laatste drukproef geen enkele fout meer bevatte, alle komma’s stonden waar ze moesten staan en er geen enkele loze spatie meer te bespeuren viel, stapte hij op de fiets en overhandigde de drukproef hoogstpersoonlijk aan de uitgever.
Pas toen de bundel in een oplage van 2000 in de winkels lag, ontdekte Leopold dat hij ondanks het minutieuze correctiewerk toch één ongerechtigheid over het hoofd had gezien: waar een ‘ij’ stond had een ‘y‘ moeten staan. Eigenlijk was het in dit geval niet eens een echte fout - meer een kwestie van smaak - maar voor Leopold was het een onvergeeflijke misgreep. Hij aarzelde geen moment en kocht alle 2000 exemplaren van de bundel op.

Enkele weken later stopte de deftige auto van de uitgever voor zijn woning. De bundel was, zo vertelde de uitgever trots, een doorslaggevend succes. De volledige eerste druk was werkelijk in een mum van tijd over de toonbank gegaan. Alle aanleiding derhalve voor een goed glas en een verrassing: het eerste exemplaar van de 5000 bundels tellende tweede druk.

Diezelfde avond nog werd Leopold met een ernstige hartverzakking opgenomen. Hij heeft de ochtend niet gehaald.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten